Other languages:
In 1936, Jean-Pierre Boulanger (André Citroën's opvolger) geeft Citroën ingenieurs de opdracht om een nieuwe, economische en kleine auto te ontwerpen die 4 personen en 50 kilo bagage met optimaal comfort en met snelheden tot 50 kilometer per uur en met een verbruik van 3 liter per 100 kilometer. Verder moest de vering het mogelijk maken met de auto een mand verse eieren over een akker te rijden zonder een ei te breken en de auto moest zo simpel zijn dat een boerin hem kon besturen. Deze bizare specificaties werden uitgewerkt tot een auto die tot een van de automobiele legenden van deze eeuw zouden worden en bekend werd onder de naam: 2CV.
Tussen 1936 en 1939 werden diverse prototypen van de T.P.V. (Toute Petite Voiture) door de Citroën mannen gemaakt. In 1939 had men deze nieuwe telg in oktober op de Salon d'Automobile te Parijs willen introduceren maar de oorlog gooide in september roet in het eten. Om het project geheim te houden beval Boulanger alle 500 prototypen en voorserie modellen te vernietigen maar een paar werden zorgvuldig verborgen.
Na de oorlog had Citroën nog drie jaar nodig om de 2CV te kunnen onthullen op de 1948 Salon d'Automobile. De Franse pers stond perplex. Dit kon niet serieus bedoeld zijn: Citroën maakte zich belachelijk met de introduktie van zo een lelijke wagen. Een vlammende discussie ontstond al om. Sommigen voorspelden de 2CV een zonnige toekomst maar anderen zagen er een financiël fiasco in.
Citroën distribueerde de 2CV onder strikte voorwaarden, opgesteld door Boulanger, uitsluitend aan boeren, plattelands dokters, artisten en enkele andere beroepsgroepen en zo startte de wagen direkt al als cult car. Omdat een aantal Franse artisten er mee reden kreeg de 2CV veel publiciteit en werd binnen korte tijd erg populair.
De 2CV werd gefabriceerd van 1949 tot 1990. Erg veel kleine maar ook grote wijzigingen werden doorgevoerd tot de eend van nu ontstond. De motor groeide van 375 tot 602 cc. terwijl de kracht steeg van 9 tot 34 Pk. De topsnelheid steeg van 60 naar 120 kilometer per uur.
Er werden een heleboel afgeleidden van de populaire kleine wagen gemaakt. De eerste was de bestelwagen AK later AK250, AK350, AK400 genoemd. Toen verscheen de luxe variant: de AMI6 met het terug wijkende achterruitje en het uiterlijk van een moderne wagen (1961). In 1967 werd de vermeende opvolger van de 2CV geïntroduceerd onder de naam DYANE. Deze bleef tot 1984 en stierf een zachte dood. In 1968 werd de MEHARI geïntroduceerd, een plezier wagen met een plastik koetswerk. De AMI8 verving de oude AMI6. Citroën bracht dit model ook met een 1035 cc 4 cilinder uit, een van de eerste snelle wolven in schaapsvacht, de AMI8 Super was geboren en werd de snelste onder de eendachtigen.
Op 27 juli 1990 om 16:00 uur precies verdween de 2CV uit het productie gamma van de PSA groep en trad toe tot de rijen van legenden toen de laatste wagen, een rode 2CV6 Club, in Portugal van de band rolde. In 40 jaren was de eend met al zijn broertjes/zusjes bekend geworden over de gehele wereld. Er werden 3.872.583 eenheden (2CV berline/bestel) en 3.428.695 stuks van de overige modellen werden er gemaakt in meer dan 15 landen waaronder Argentinië, België, Chili, Portugal, Iran en vele anderen.
Een Citroën 2CV is geen auto, het is een levenswijze.
|